Hybride duurzame energie-installaties blijven warmte leveren

Vergunning destijds door provincie niet nodig geacht, wij passen ons aan bij nieuwe inzichten
Bij uitspraak van 9 mei 2025 heeft de rechtbank bepaald dat het dagelijks bestuur van de provincie Utrecht opnieuw moet kijken of ze handhavend moeten optreden tegen onze twee hybride duurzame energie-installaties. In 2021 hebben wij hier twee natuurvergunningen voor aangevraagd, maar die zijn in 2023 door de provincie ‘positief geweigerd’. Dat houdt in dat de provincie aangaf dat de emissies van de twee installaties zo laag zijn dat er helemaal geen natuurvergunning voor nodig is. De provincie Utrecht zal de uitspraak bestuderen en heeft nog tot 20 juni 2025 de tijd om te beslissen of ze in hoger beroep willen gaan bij de Afdeling bestuursrechtspraak van de Raad van State.
Onze uitstoot: ver onder het wettelijk én gemeentelijk kader
Het belangrijkste punt van deze rechtszaak is de vraag of de provincie wel of niet moet handhaven op onze tot dusver niet-vergunningsplichtige installaties. De uitspraak gaat niet over de hoeveelheid stikstofuitstoot: die is sinds de ingebruikname van deze twee gloednieuwe installaties keurig binnen het wettelijk én het gemeentelijk kader. Sterker nog, de afspraken die Warmtebedrijf Amersfoort met de gemeente Amersfoort gemaakt heeft zijn veel strengere emissie-eisen opgenomen dan wettelijk vereist. Onze installaties blijven daar met gemak onder. Het verkrijgen van een vergunning, als de provincie dat alsnog nodig acht, zal hierdoor geen probleem zijn – en wij vinden het geen probleem om onze aanvraag nog een keer in te dienen.
Provincie heeft twee keer eerder geweigerd te handhaven i.v.m. geen vergunningsplicht
Deze zaak speelt al sinds 2022. Toen diende de MOB een handhavingsverzoek in bij de provincie Utrecht. Sindsdien heeft de provincie besloten om dat verzoek te weigeren, is MOB daartegen in bezwaar gegaan, heeft het provinciebestuur óók na heroverweging de eerdere weigering in stand gelaten en heeft MOB daartegen beroep aangetekend bij de rechtbank. Bij uitspraak van 9 mei 2025 gaf de rechtbank aan dat de provincie opnieuw naar haar besluit moet kijken. De provincie heeft zes weken de tijd om eventueel hoger beroep aan te tekenen. In de tussentijd wachten wij de ontwikkelingen gewoon af.